In the flat field - deel 1 - Reisverslag uit Asunción, Paraguay van Jeroen - WaarBenJij.nu In the flat field - deel 1 - Reisverslag uit Asunción, Paraguay van Jeroen - WaarBenJij.nu

In the flat field - deel 1

Door: Jeroen

Blijf op de hoogte en volg Jeroen

23 Maart 2011 | Paraguay, Asunción

Intro: Mucho Chaco

Het werken voor Tierraviva is niet puur kantoorwerk, zo heb ik vorige week ondervonden. Soms is het letterlijk met de poten in de klei staan, om het zo maar uit te drukken. Ik heb van donderdag tot zaterdag gelogeerd bij een inheemse gemeenschap in de Chaco, het diepe binnenland van Paraguay (zie ook het kaartje hieronder). Het waren drie hele bijzondere dagen, waarin ik nader kennis heb gemaakt met de mensen voor wie Tierraviva zich al bijna twintig jaar inzet. In dit blogbericht het verslag van de eerste dag.

Dag 1: Busy going nowhere

Donderdagnacht word ik uit m’n dromen gehaald door mijn deurbel. Ik begrijp er niets van, welke gek staat er midden in de nacht voor de deur? Ik kijk op m’n horloge en schrik: het is al half 7 in de ochtend! En we zouden om kwart voor 6 vertrekken! Ik heb me voor het eerst in m’n leven dus verschrikkelijk verslapen… De ‘gek’ aan de deur is José, één van de advocaten van Tierraviva. Ik bied m’n excuses aan voor het verslapen en schiet in de kleren. Gelukkig heb ik de avond ervoor m’n tas al ingepakt. Snel gaan we naar beneden, waar Oscar op ons wacht in de 4x4 (ik zal later merken waarom we in een 4x4 reizen).

We gaan op weg, een uur later dan gepland. Asunción uitkomen is een hele opgave: overal staat het vast met verkeer. In Paraguay bestaat niet zoiets als de trein, dus iedereen gaat hier met de auto of met de ‘colectivo’, oftewel een grote, stinkende bus. Na ongeveer een uur zijn we de stad uit en rijden we over de Ruta Transchaco, een lange, rechte weg die dwars door Paraguay snijdt en pas tien jaar geleden helemaal is voltooid. Als je lang genoeg doorrijdt, beland je vanzelf bij de grens met Bolivia. Zo ver zullen wij echter niet gaan. De Ruta doet me een beetje denken aan de Amerikaanse Route 66, al ken ik die alleen van films. Langs de weg valt eigenlijk niet veel te zien. Ik zie eigenlijk alleen veel grasland, koeien en vogels die carancho’s heten (zie ook de foto hieronder, afkomstig van wikipedia). Ze zitten graag op de weg te smikkelen van road kill. Ook zie ik een aantal huisjes en tentjes langs de kant van de weg die van inheemse gemeenschappen zijn die geen land hebben. Het is een nogal treurig gezicht. José vertelt me dat de mensen nu en dan op de landbouwbedrijven van de grootgrondbezitters werken. Dat vind ik nogal een kromme situatie: hun land is ingepikt door dezelfde grootgrondbezitters, die ook nog eens van hen profiteren als goedkope arbeidskracht… Het is slechts een voorbeeld van de enorme macht van de grootgrondbezitters hier. Hoewel ik hier krap een maand ben, is me in die tijd wel duidelijk geworden dat een kleine elite aan de touwtjes trekt in Paraguay.

Na ongeveer vier uur rijden (in vier uur ben je zo’n beetje van Groningen naar Maastricht gereden volgens mij) stoppen we bij een wegrestaurant waar ik een plakje cake bestel, maar in plaats van een plakje letterlijk een halve cake krijg voorgeschoteld. Even een bodempje leggen dan maar, want ik heb geen idee wat ik de komende dagen ga eten. Ik heb uit voorzorg en op aanraden van José wel wat vega-verantwoord voedsel meegesleept. Ik weet verder ook niet wat ik kan gaan verwachten: wordt het een soort Groeten uit de Rimboe? Een soort Bruce Parry-experience (een BBC-journalist die in zijn programma Tribe bij diverse inheemse gemeenschappen in de wereld heeft verbleven, erg leuke serie trouwens!)? Word ik uitgehuwelijkt aan een Indiaanse schone? Of beland ik in een grote ketel waar woeste mannen met grote verentooien omheen dansen?

Als ik eindelijk de enorme hoeveelheid cake naar binnen heb gewerkt, vervolgen we onze weg en ik zie nog steeds niet veel anders dan grasland, koeien en carancho’s. Dan gaan we opeens van de geasfalteerde weg af en stoppen bij een hek met daarachter, heu, grasland. Ah, we zijn er bijna, denk ik dan. We pikken een vrouw en haar drie kinderen op die teruggaan naar hun dorpje en rijden over een zandweg. En met zandweg bedoel ik echt een zandweg, zonder een spoortje van asfalt. Het is ook niet bepaald een egale zandweg. Vandaar dus de 4x4. We rijden nu echt door de Chaco, en het is er prachtig. Veel grasland, riviertjes, palmbossen en kleurige vlinders en vogels, heel veel vlinders en vogels. Zo zie ik een soort grote ooievaars, witte reigers, papegaaien, majestueuze roofvogels en bonte zangvogeltjes. Ik baal ervan dat ik geen goede Paraguayaanse vogelgids bij de hand heb, of de Paraguayaanse neef van de legendarische vogelvriend Nico de Haan (voor de mensen die hem niet kennen: schaam je diep! Leest en leert: http://nl.wikipedia.org/wiki/Nico_de_Haan), want als echte vogelnerd wil ik van elke gevederde vriend die ik zie de naam weten.

We trekken intussen steeds verder de binnenlanden in, en de term ‘the middle of nowhere’ krijgt voor mij een nieuwe betekenis: hier is echt niets dan natuur. Totdat we na ongeveer een uur hobbelen in de 4x4 bij een klein dorp aankomen. Het heet Puente Kurupaity en dit is de komende drie dagen ons hoofdkwartier. We worden ontvangen door de leider van dit dorpje, Don Gabriel, en zijn vrouw. Hun huisje is gemaakt van hout en in en rond het huis scharrelen kippen en honden rond, onder meer een hele schattige puppy (zie de foto hieronder). Oscar en José praten een beetje bij met Don Gabriel, een gesprek dat ik niet kan volgen omdat ze Guaraní spreken, de taal van de inheemse bevolking van Paraguay. Ik versta Guaraní ongeveer net zo goed als Chinees, en ik bedenk met dat het handig zou zijn als ik ondertiteling had of een leuke Duitse nasynchronisatie (‘der Name ist Bond, James Bond’).

Ik kijk eens goed rond en het valt me op dat de huisjes allemaal ver uit elkaar gelegen zijn, en niet dichtbij elkaar staan zoals ik me had voorgesteld. Logisch eigenlijk, want waarom zou je dicht op elkaar gaan wonen als je de ruimte hebt (ben ik teveel gewend aan de dichtbevolkte Heimat?)? En die ruimte hebben de gemeenschappen hier gelukkig, want zij hebben al in 1998 hun land teruggekregen na bemiddeling van de Interamerikaanse Commissie van de Mensenrechten en Tierraviva. Wat verder opvalt is het geluid van een soort snerpende kettingzaag. Het is niet de losgeslagen Leatherface uit The Texas Chainsaw Massacre (gelukkig niet, anders had ik dit verslag niet kunnen typen waarschijnlijk), maar een soort krekel die deze herrie produceert. De Nico van ‘Eigen Huis en Tuin’ van de Chaco.

Een uurtje later stappen we met Don Gabriel in de 4x4, op pad naar een inheemse gemeenschap een stukje verderop. Er moet namelijk een document worden ondertekend door de leiders van een aantal gemeenschappen in de Chaco. Na weer wat gehobbel komen we aan bij het dorpje Paso Lima. De leider van dit dorpje heet Don Antolino. We gaan naar een soort overdekte binnenplaats, waar ik tot mijn grote verrassing in een hangmat een blond manspersoon aantref (zie de foto hieronder). Het is Jürgen Von Bäckhöfen (de vele Umlauts in zijn naam deden hemzelf zichtbaar plezier toen hij zijn naam voor me opschreef. ‘De Umlaut,’ zo vertrouwde hij me toe, ‘is de kroon op de letters, een sieraad van de Duitse taal’), de Duitse Schlagerzanger die een enorme hit scoorde met ‘Der beste Freund ist doch der Hund.’ Een paar jaar geleden verdween hij spoorloos, en ik tref hem dus hier aan in de Chaco, genietend van het betere plattelandsleven. We raken aan de praat en hij legt me uit dat hij uit Duitsland is gevlucht wegens de voortdurende stroom aan roddels en geruchten over zijn wilde privéleven. Hij kon het niet meer aan en ging, net als zoveel Duitsers, naar Paraguay. Ik voel me een beetje als Peter R. de Vries die Frans Meijer vindt, de Heineken-ontvoerder die naar Paraguay vluchtte (dit land trekt een bijzonder slag mensen aan…).

Enfin, we verlaten Paso Lima en Jürgen en gaan naar San Fernando, een ander dorpje. Dat is althans de bedoeling, want het dorpje is onbereikbaar door het water. Het heeft de afgelopen tijd geregend in de anders zo droge Chaco, waardoor San Fernando in een soort Venetië is veranderd. We keren dus terug naar Puente Kurupaity. Daar oogsten José en de vrouw van Don Gabriel een deel van ons avondeten: maniok. De mensen leven hier van hun eigen landbouwgronden en hun vee, onder meer kippen, geiten en koeien. Ook willen ze nog weleens op jacht gaan. Gelukkig staat er vanavond geen gestoofd gordeldier of gebakken papegaai op het menu, maar de pasta die José en Oscar hebben meegenomen, alsmede de verse maniok. Maniok smaakt naar aardappel en wordt hier gegeten als een bijgerecht.

Ik laat me de pasta en de maniok goed smaken, maar m’n eetgenot wordt danig verstoord door het constante gebijt van een soort muskiet die hier in de Chaco (helaas) veel voorkomt. Ze bijten venijniger dan de gewone muggen en pas na veel gespray met anti-muggenspul laten ze me een beetje met rust.
Omdat in het dorpje geen elektriciteit voorhanden is, zitten we zo rond half 8 ’s avonds in het donker. Slechts het schijnsel van de volle maan verschaft wat licht. Ik zie een hele heldere sterrenhemel, iets wat je in Nederland eigenlijk nooit ziet omdat er teveel kunstlicht is van lantaarns en kassen. Ik denk aan een gedicht van de Spaanse dichter Lorca:

In het maanweb,
Hemelspin,
Verstrikt de fladderende sterren

Ook hoor ik een heleboel krekels en kikkers. Ik zit echt midden in de natuur. Zo rond 9 uur zoeken we onze tent op om te gaan slapen. Ik val na een uurtje in slaap, maar rond 1 uur ’s nachts wekken José en Oscar mij: we moeten onze tenten verplaatsen naar het dorpskerkje, want er is regen en onweer op komst. Zo gezegd, zo gedaan, en inderdaad breekt die nacht een behoorlijk stevig onweer los, vergezeld van stortregens. Gelukkig liggen we droog.

Lees gauw het volgende bericht voor deel 2!

  • 24 Maart 2011 - 01:04

    Jeroen (in Paraguay):

    Meer foto's volgen, het probleem is dat de internetverbinding in mijn flat onzettend sloom is waardoor het uploaden van foto's erg lang duurt. Ik ga de foto's dus op kantoor uploaden.

  • 24 Maart 2011 - 14:24

    Renske En Annette:

    Jürgen Von Bäckhöfen??? Is dat je Duitse artiestennaam??? In dat geval had je beter een andere naam kunenn kiezen, want de gelijkenis met je eigen naam is wel erg groot...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Paraguay, Asunción

Jeroen

Actief sinds 01 Feb. 2011
Verslag gelezen: 810
Totaal aantal bezoekers 44209

Voorgaande reizen:

23 Februari 2010 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: