In the flat field - deel 2
Door: Jeroen
Blijf op de hoogte en volg Jeroen
23 Maart 2011 | Paraguay, Asunción
Dag 2: ‘’We can’t go here, this is mosquito country’’
heb de hele nacht eigenlijk vrij weinig geslapen. Dat komt door mijn favoriete insect: de mug. In mijn tent zaten er helaas een paar die er goed in slaagden mij te verhinderen in slaap te vallen, hoeveel zand Klaas Vaak ook in m’n ogen stond te strooien. De hele collectie aan muggen die voorkomen in de Chaco had zich volgens mij in mijn tent verzameld, inclusief echt een giga-mug van ongeveer drie centimeter groot. Dankzij de anti-muggenspray die ik op had gedaan beten ze me niet, maar hun gezoem was bloedirritant (ha-ha). Daarnaast jeukten de beten van de speciale Chaco-mug als de ziekte en ik zie in het daglicht ook meteen wat voor ravage ze hebben aangericht: m’n benen, voeten en rug zitten onder de rode bultjes, alsof ik de waterpokken heb. Grr. Volgens José en Oscar hoort het bij een eerste trip naar de Chaco en bouw je er een soort weerstand tegen op, waardoor je er in het vervolg minder last van hebt. Maar vooralsnog zit ik nog met de gebakken (jeukende?) peren.
Vandaag gaan we naar een bijeenkomst met alle leiders van de gemeenschappen in dit gebied. We reizen af naar het dorpje Lolaicoi. Onderweg fungeren we als een soort Chaco-colectivo, want we pikken in allerlei dorpjes de leiders op. Zo zie ik ook de andere dorpjes in de omgeving, maar in feite zijn ze allemaal hetzelfde als ons hoofdkwartier: ze bestaan uit eenvoudige houten huisjes waaromheen kippen en honden rondwandelen. In elk dorpje wordt Tierraviva trouwens hartelijk ontvangen. Oscar en José kennen de leiders van de dorpen goed en praten rustig met hen bij, terwijl het hele dorp er vaak gezellig omheen komt zitten. Tierraviva is dan ook al bijna twintig jaar hier actief en hoewel het werk door de onwillige grootgrondbezitters en de Paraguayaanse autoriteiten niet makkelijk is, heeft de organisatie het toch voor elkaar gekregen dat inmiddels een aantal gemeenschappen hun land terug heeft gekregen.
Na alle leiders uit de wijde omtrek te hebben opgepikt, arriveren we dan in Lolaicoi. Hier staat het eerste stenen gebouw dat ik hier, buiten de luxe George W. Bush-ranches van de lokale grootgrondbezitters, zie. Het is een gebouw dat hier door de overheid is neergezet en waar watertanks staan. Ik zoek een plaatsje op, net als de leiders, en Oscar steekt van wal (na eerst een dorpeling die een shirt van de Paraguayaanse voetbalclub Guaraní draagt er op te hebben geattendeerd dat deze club de dag ervoor met 5-1 is afgeslacht door een Argentijnse club in de Zuid-Amerikaanse Champions League). Hij introduceert mij ook even, als een advocaat (tja, mijn naam is hier ook al anders dan die in Nederland, dus mijn beroep dan ook maar meteen. Het is sowieso knap lastig uit te leggen wat ik nu eigenlijk uitvoer in Nederland…) uit Nederland. Vervolgens legt hij het doel van de bijeenkomst uit: de Paraguayaanse autoriteiten hebben besloten dat er een gezondheidscentrum dient te komen in dit gebied, en wil graag weten wat de gemeenschappen daarvan vinden. De leiders zijn enthousiast over dit plan, en binnenkort zal er daarom nader over worden gesproken. Daarnaast zal de overheid in het gebied een infrastructuurproject opstarten, maar in ruil daarvoor dienen de gemeenschappen te stoppen met de houtkap in het gebied. Zij verkopen dit hout namelijk om geld te verdienen, maar dit gaat ten koste van de natuur. De leiders gaan ook hiermee akkoord. Tierraviva is overigens als partner van de overheid betrokken bij beide initiatieven (de overheid werkt Tierraviva niet altijd tegen), vandaar dat de organisatie hierover met de inheemse gemeenschappen spreekt, en ik vermoed dat ook meespeelt dat Tierraviva onder de gemeenschappen geliefder is dan de overheid.
Op de terugweg zetten we weer alle leiders af bij hun dorpjes en stoppen we ook nog even bij het dorp Lolaicù, niet te verwarren met het eerdergenoemde Lolaicoi (de naam Lolaicù betekent overigens zoveel als ‘plaats waar grote amfibieën leven. Die grote amfibieën heb ik niet gezien). Ik vind dit dorp eigenlijk het meest gezellige dat we tegenkomen onderweg, misschien omdat er wat meer leven is dan in de andere dorpjes: volleyballende jongens, spelende kinderen en een kudde geiten op het erf. Ook loopt er een katje rond, dat ik al gauw aanhaal en aai natuurlijk. Oscar vertelt me dat dit dorp vroeger aan een meertje lag, maar dat dit meertje inmiddels door toedoen van de naburige grootgrondbezitter is drooggevallen: het water werd door dit heerschap doorgesluisd naar zijn eigen stukken land. Vandaar dat ik wellicht ook die grote amfibieën niet zie hier. Ik heb nog wel een bijzondere ontmoeting met een ander dier, want opeens staat er een NEUSBEER voor mijn, heu, neus. Een meisje laat trots haar huisdier zien en mij wordt gezegd dat het een ‘coati’ is. De behaarde stofzuiger is keurig aangelijnd, maar omdat het dier nogal bijterig lijkt te zijn, zie ik af van een nadere kennismaking (helaas had ik m’n camera niet bij de hand, dus geen flitsende foto van de neusbeer/coati).
Teruggekomen in ons hoofdkwartier (ik vind het leuk het zo te noemen) wacht ons een pastamaaltijd, helaas met kip dit keer (ik kon niet ontdekken welke kip er die avond ontbrak). Gelukkig is de kip er makkelijk uit te vissen en ik laat me de maaltijd goed smaken na deze drukke dag. Na het eten weet José een bal los te peuteren bij Don Gabriel en tikken we een balletje over, onder aanmoediging van Oscar die mij de nieuwe hoop van Ajax en ‘La Naranja Mecánica’ noemt, naar het legendarische Oranje van Cruijff. Hm… Al snel duiken er een paar mannekes op die met ons mee voetballen, en ik krijg nog onbedoeld de lachers op mijn hand door na het ontvangen van een slechte pass quasi-wanhopig de armen in de lucht te steken. Dat gebaar betekent in het Guaraní zoveel als ‘wil je met me trouwen?’… Hm, dat was toch niet aan de orde gekomen in mijn uitgebreide voorbereidingscursus bij ICCO… Gelukkig word ik niet met pek en veren het dorp uit gejaagd.
Als het te donker wordt om nog fatsoenlijk te kunnen voetballen, praat ik nog even wat met José. Ik vraag hem hoe zijn eerste trip naar de Chaco was, en hij zegt me dat hij destijds verrast was door het feit dat de mensen er kleren aanhadden en niet in hun nakie rondliepen zoals hij op school had geleerd… Ook praten we nog een beetje over Tierraviva. José vertelt dat ngo’s zoals Tierraviva in Paraguay met argusogen worden bekeken. Ngo’s worden met name in de pers, die in handen is van dezelfde elite die grote stukken land in Paraguay bezit, worden gezien als geldverspillende organisaties die niet veel voor elkaar krijgen. Dit doet me onwillekeurig denken aan de discussie over ontwikkelingssamenwerking in Nederland… Rond een uur of negen zoeken we de tent weer op, waar ik al gauw in slaap val.
Dag 3: The boys are back in town
Na een nacht die ik beter doorkom dan de voorgaande, is het alweer tijd de tenten in te pakken en terug te keren naar de grote stad. Voordat we de weg huiswaarts inzetten, pikken we bij Don Antolino in Paso Lima nog twee zwangere op die naar het gezondheidscentrum in het nabijgelegen Pozo Colorado gebracht moeten worden. Als dank krijgen we heerlijke verse tortilla’s mee. We hobbelen weer over de zandweg tot we bij de Ruta aankomen. Onderweg klopt mijn vogelhart wat harder als ik een heuse nandoe, de Zuid-Amerikaanse struisvogel, zie wegschieten. We zetten de zwangere vrouwen af bij het gezondheidscentrum en rijden weer over de Ruta. Onderweg stoppen we weer bij hetzelfde wegrestaurant, waar ik het dit keer maar bescheiden houd op een broodje en een pakje chocomel. Onderweg val ik weg in een soort sluimertoestand en ik ontwaak weer als we weer in de buurt van Asunción zijn. De skyline (jazeker, Asunción heeft een heuse skyline!) van Asunción doemt weer op, en zoals het twee dagen ervoor enige tijd kostte de stad uit te komen, duurt het nu weer even voordat we de stad van Onze Vrouwe Maria weer binnenrijden.
Als ik weer mijn flat binnenstap (zonder de katjes, want – tamtamtam goed nieuws! – Pablo heeft inmiddels een bazinnetje gevonden en Consu logeert weer eventjes bij Adoptame in verband met mijn Chaco-trip), voel ik me ontzettend slaperig maar ik heb ook het gevoel dat ik toch iets heel bijzonders heb meegemaakt. Ik heb drie dagen verbleven onder de mensen voor wie Tierraviva zich dag in dag uit inzet, en ik heb een eerste indruk gekregen van hun leven en cultuur. Nu het Guaraní nog onder de knie krijgen…
heb de hele nacht eigenlijk vrij weinig geslapen. Dat komt door mijn favoriete insect: de mug. In mijn tent zaten er helaas een paar die er goed in slaagden mij te verhinderen in slaap te vallen, hoeveel zand Klaas Vaak ook in m’n ogen stond te strooien. De hele collectie aan muggen die voorkomen in de Chaco had zich volgens mij in mijn tent verzameld, inclusief echt een giga-mug van ongeveer drie centimeter groot. Dankzij de anti-muggenspray die ik op had gedaan beten ze me niet, maar hun gezoem was bloedirritant (ha-ha). Daarnaast jeukten de beten van de speciale Chaco-mug als de ziekte en ik zie in het daglicht ook meteen wat voor ravage ze hebben aangericht: m’n benen, voeten en rug zitten onder de rode bultjes, alsof ik de waterpokken heb. Grr. Volgens José en Oscar hoort het bij een eerste trip naar de Chaco en bouw je er een soort weerstand tegen op, waardoor je er in het vervolg minder last van hebt. Maar vooralsnog zit ik nog met de gebakken (jeukende?) peren.
Vandaag gaan we naar een bijeenkomst met alle leiders van de gemeenschappen in dit gebied. We reizen af naar het dorpje Lolaicoi. Onderweg fungeren we als een soort Chaco-colectivo, want we pikken in allerlei dorpjes de leiders op. Zo zie ik ook de andere dorpjes in de omgeving, maar in feite zijn ze allemaal hetzelfde als ons hoofdkwartier: ze bestaan uit eenvoudige houten huisjes waaromheen kippen en honden rondwandelen. In elk dorpje wordt Tierraviva trouwens hartelijk ontvangen. Oscar en José kennen de leiders van de dorpen goed en praten rustig met hen bij, terwijl het hele dorp er vaak gezellig omheen komt zitten. Tierraviva is dan ook al bijna twintig jaar hier actief en hoewel het werk door de onwillige grootgrondbezitters en de Paraguayaanse autoriteiten niet makkelijk is, heeft de organisatie het toch voor elkaar gekregen dat inmiddels een aantal gemeenschappen hun land terug heeft gekregen.
Na alle leiders uit de wijde omtrek te hebben opgepikt, arriveren we dan in Lolaicoi. Hier staat het eerste stenen gebouw dat ik hier, buiten de luxe George W. Bush-ranches van de lokale grootgrondbezitters, zie. Het is een gebouw dat hier door de overheid is neergezet en waar watertanks staan. Ik zoek een plaatsje op, net als de leiders, en Oscar steekt van wal (na eerst een dorpeling die een shirt van de Paraguayaanse voetbalclub Guaraní draagt er op te hebben geattendeerd dat deze club de dag ervoor met 5-1 is afgeslacht door een Argentijnse club in de Zuid-Amerikaanse Champions League). Hij introduceert mij ook even, als een advocaat (tja, mijn naam is hier ook al anders dan die in Nederland, dus mijn beroep dan ook maar meteen. Het is sowieso knap lastig uit te leggen wat ik nu eigenlijk uitvoer in Nederland…) uit Nederland. Vervolgens legt hij het doel van de bijeenkomst uit: de Paraguayaanse autoriteiten hebben besloten dat er een gezondheidscentrum dient te komen in dit gebied, en wil graag weten wat de gemeenschappen daarvan vinden. De leiders zijn enthousiast over dit plan, en binnenkort zal er daarom nader over worden gesproken. Daarnaast zal de overheid in het gebied een infrastructuurproject opstarten, maar in ruil daarvoor dienen de gemeenschappen te stoppen met de houtkap in het gebied. Zij verkopen dit hout namelijk om geld te verdienen, maar dit gaat ten koste van de natuur. De leiders gaan ook hiermee akkoord. Tierraviva is overigens als partner van de overheid betrokken bij beide initiatieven (de overheid werkt Tierraviva niet altijd tegen), vandaar dat de organisatie hierover met de inheemse gemeenschappen spreekt, en ik vermoed dat ook meespeelt dat Tierraviva onder de gemeenschappen geliefder is dan de overheid.
Op de terugweg zetten we weer alle leiders af bij hun dorpjes en stoppen we ook nog even bij het dorp Lolaicù, niet te verwarren met het eerdergenoemde Lolaicoi (de naam Lolaicù betekent overigens zoveel als ‘plaats waar grote amfibieën leven. Die grote amfibieën heb ik niet gezien). Ik vind dit dorp eigenlijk het meest gezellige dat we tegenkomen onderweg, misschien omdat er wat meer leven is dan in de andere dorpjes: volleyballende jongens, spelende kinderen en een kudde geiten op het erf. Ook loopt er een katje rond, dat ik al gauw aanhaal en aai natuurlijk. Oscar vertelt me dat dit dorp vroeger aan een meertje lag, maar dat dit meertje inmiddels door toedoen van de naburige grootgrondbezitter is drooggevallen: het water werd door dit heerschap doorgesluisd naar zijn eigen stukken land. Vandaar dat ik wellicht ook die grote amfibieën niet zie hier. Ik heb nog wel een bijzondere ontmoeting met een ander dier, want opeens staat er een NEUSBEER voor mijn, heu, neus. Een meisje laat trots haar huisdier zien en mij wordt gezegd dat het een ‘coati’ is. De behaarde stofzuiger is keurig aangelijnd, maar omdat het dier nogal bijterig lijkt te zijn, zie ik af van een nadere kennismaking (helaas had ik m’n camera niet bij de hand, dus geen flitsende foto van de neusbeer/coati).
Teruggekomen in ons hoofdkwartier (ik vind het leuk het zo te noemen) wacht ons een pastamaaltijd, helaas met kip dit keer (ik kon niet ontdekken welke kip er die avond ontbrak). Gelukkig is de kip er makkelijk uit te vissen en ik laat me de maaltijd goed smaken na deze drukke dag. Na het eten weet José een bal los te peuteren bij Don Gabriel en tikken we een balletje over, onder aanmoediging van Oscar die mij de nieuwe hoop van Ajax en ‘La Naranja Mecánica’ noemt, naar het legendarische Oranje van Cruijff. Hm… Al snel duiken er een paar mannekes op die met ons mee voetballen, en ik krijg nog onbedoeld de lachers op mijn hand door na het ontvangen van een slechte pass quasi-wanhopig de armen in de lucht te steken. Dat gebaar betekent in het Guaraní zoveel als ‘wil je met me trouwen?’… Hm, dat was toch niet aan de orde gekomen in mijn uitgebreide voorbereidingscursus bij ICCO… Gelukkig word ik niet met pek en veren het dorp uit gejaagd.
Als het te donker wordt om nog fatsoenlijk te kunnen voetballen, praat ik nog even wat met José. Ik vraag hem hoe zijn eerste trip naar de Chaco was, en hij zegt me dat hij destijds verrast was door het feit dat de mensen er kleren aanhadden en niet in hun nakie rondliepen zoals hij op school had geleerd… Ook praten we nog een beetje over Tierraviva. José vertelt dat ngo’s zoals Tierraviva in Paraguay met argusogen worden bekeken. Ngo’s worden met name in de pers, die in handen is van dezelfde elite die grote stukken land in Paraguay bezit, worden gezien als geldverspillende organisaties die niet veel voor elkaar krijgen. Dit doet me onwillekeurig denken aan de discussie over ontwikkelingssamenwerking in Nederland… Rond een uur of negen zoeken we de tent weer op, waar ik al gauw in slaap val.
Dag 3: The boys are back in town
Na een nacht die ik beter doorkom dan de voorgaande, is het alweer tijd de tenten in te pakken en terug te keren naar de grote stad. Voordat we de weg huiswaarts inzetten, pikken we bij Don Antolino in Paso Lima nog twee zwangere op die naar het gezondheidscentrum in het nabijgelegen Pozo Colorado gebracht moeten worden. Als dank krijgen we heerlijke verse tortilla’s mee. We hobbelen weer over de zandweg tot we bij de Ruta aankomen. Onderweg klopt mijn vogelhart wat harder als ik een heuse nandoe, de Zuid-Amerikaanse struisvogel, zie wegschieten. We zetten de zwangere vrouwen af bij het gezondheidscentrum en rijden weer over de Ruta. Onderweg stoppen we weer bij hetzelfde wegrestaurant, waar ik het dit keer maar bescheiden houd op een broodje en een pakje chocomel. Onderweg val ik weg in een soort sluimertoestand en ik ontwaak weer als we weer in de buurt van Asunción zijn. De skyline (jazeker, Asunción heeft een heuse skyline!) van Asunción doemt weer op, en zoals het twee dagen ervoor enige tijd kostte de stad uit te komen, duurt het nu weer even voordat we de stad van Onze Vrouwe Maria weer binnenrijden.
Als ik weer mijn flat binnenstap (zonder de katjes, want – tamtamtam goed nieuws! – Pablo heeft inmiddels een bazinnetje gevonden en Consu logeert weer eventjes bij Adoptame in verband met mijn Chaco-trip), voel ik me ontzettend slaperig maar ik heb ook het gevoel dat ik toch iets heel bijzonders heb meegemaakt. Ik heb drie dagen verbleven onder de mensen voor wie Tierraviva zich dag in dag uit inzet, en ik heb een eerste indruk gekregen van hun leven en cultuur. Nu het Guaraní nog onder de knie krijgen…
-
24 Maart 2011 - 07:02
Willine:
Top Jeroen!! Klinkt als een bijzondere ervaring en mooi om te lezen dat Tierraviva resultaat boekt :). Schitterende foto van die vogel! Mis je Pablo niet?
Succes verder! -
24 Maart 2011 - 08:50
Tanja:
Weer een geweldig avontuur! Geniet er van! -
24 Maart 2011 - 10:02
Annemarie:
Leuk om nu ook te lezen over het werk waar je je nu mee bezig houdt! Ik ben erg benieuwd naar de andere foto's trouwens... -
24 Maart 2011 - 13:53
Willem Vg:
Pasta met kip. Ik hoop voor je dat de vegetarische slager - die onlangs in Den Haag is geopend - zich ook vestigt in Paraguay -
25 Maart 2011 - 10:42
Femke:
Geweldig tripje, afgezien van de muggen ;)! Ik had trouwens vrijdag nog een zaak met een klacht van ICCO op zitting bij de Raad vd J!
Groetjes! -
25 Maart 2011 - 20:36
Door-Elske:
Mooi zo, je bent er geweest, in de Chaco bedoel ik....Klinkt goed. Ik werd er zo rood als een kreeft, ze noemden me daar Lenko. Schijnbaar werden alle witte mensen die rood wroden van de zon en vooral de hitte zo genoemd.:-))
Ben benieuwd naar je volgende avonturen. -
26 Maart 2011 - 11:23
Sigrid:
Ik moest echt zo hard lachen dat je je hele voetbalteam ten huwelijk vroeg! Prachtig! :D
Wat leuk dat je de bevolking hebt ontmoet! Klinkt als een heel bijzondere ervaring :D Nu zie je ook waar je het allemaal voor doet :) Zal je er nog vaker heen gaan? Ik ben wel jaloers dat je zo'n mooie sterrenhemel hebt gezien... -
26 Maart 2011 - 17:25
Huub:
Prachtig beeldend verslag van de Chaco en haar mensen en jouw beleving daarbij,
Doe Oscar en equipe de groeten. -
28 Maart 2011 - 07:54
Marlies:
Ha Jeroen! Prachtig avontuur weer! Je schrijft zo leuk dat ik alles gewoon voor me zie gebeuren. Ben je al van je muggenbulten af? Hopelijk lukt het snel om meer foto's te plaatsen. Ben zwaar benieuwd naar die van je alter ego met Umlauts, haha. Heeft ie nog een stukje van z'n hondenhit voor je gezongen :)? -
29 Maart 2011 - 15:14
Olga:
Ha Jeroen!
Superleuk ook om jou verhalen te lezen, ik zie veel gelijkenissen!
Alleen hier zijn nog bergen, wat heel mooi is, maar de reis ook wel eens kan vertragen (afgelopen weekend ruim 5 uur gedaan over 100 kilometer door regen, verkeersopstoppingen en lekke banden..)
Trek je het nog een beetje om geen koeien te eten en op maniok rijst en cake te leven? Anders moet je een keer de grens over, die cocablaadjes geven je een boost aan energie ;)
Zet hem op daar en sterkte met de muggen! Grtz Olga
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley